Sportouders: Liever kwijt dan rijk?

Blogs door Thom van Berkel

Ze waren gedurende de coronacrisis een poosje helemaal verdwenen van de sportcomplexen: ouders. In het nieuws verschenen artikelen (zie artikel 1, 2 en 3) met daarin opgeluchte trainers aan het woord. Wat was het prettig om eens zonder die ouders te kunnen sporten! Voordat ik startte bij NMC Bright werkte ik als jeugdtrainer bij N.E.C. en FC Utrecht. In mijn tijd als trainer concludeerde ik het volgende over ouders:

  • Ze hebben allemaal het beste voor met hun kind;
  • Ze zijn cruciaal in de begeleiding van de kinderen;
  • Er zijn veel ouders die een voorbeeldfunctie zijn van hoe je je kind kunt begeleiden;
  • Ouders kunnen ondanks beste intenties een negatieve invloed hebben op sporter(s), team of organisatie. Dit kan tot uiting komen in niet-gewenst gedrag.

Volgens Smoll, Cumming en Smith (2011) bestaat gewenst gedrag van ouders uit vijf verantwoordelijkheden: Het kind toevertrouwen aan de coach, teleurstellingen van het kind accepteren, laten zien wat zelfbeheersing is, investeren in het kind en accepteren dat kinderen verantwoordelijk zijn voor het nemen van hun beslissingen.

Als trainer herkende ik drie voornaamste uitingen van niet-gewenst gedrag. Ouders die langs de lijn coachen, ouders die bij het minste of geringste verhaal kwamen halen en ouders die heel veel druk op hun kind legden. Dit leidt tot een interessante paradox: we kunnen niet zonder ouders, maar we zouden soms wel heel graag zonder ouders werken. Uit onderzoek in het tennis (Gould et al., 2006) kwam eenzelfde paradox naar voren: Ouders zijn aan de ene kant een steeds groter wordende zorg, aan de andere kant zijn ouders essentieel voor het vergroten van betrokkenheid en de ontwikkeling van de sporter. In deze blog ga ik in op de vraag wat de redenen zijn dat ouders soms niet-gewenst gedrag uiten. Ook draag ik enkele manieren aan om de uiting van dit gedrag te verminderen. Ik hoop in het bijzonder het gesprek te stimuleren over hoe je als vereniging/club/organisatie/trainer ouders beter kunt helpen bij de begeleiding van hun kind als sporter.

Waarom zou je ouders betrekken?

Allereerst is het belangrijk om te vertellen waarom ik vind dat we ouders niet moeten weren, maar juist moeten betrekken bij de ontwikkeling van hun kind. Naast ouders hebben verschillende actoren een grote invloed op de ontwikkeling van kinderen. Denk aan docenten, influencers (youtubers, tiktokkers, etc.), maar zeker ook de trainers/coaches. Het helpt als deze actoren dezelfde taal spreken richting kinderen. Het vergroot de kans dat het kind zich op een gewenste manier ontwikkelt. Voetbalclub BFC spreekt, mijns inziens treffend, over een Gouden Driehoek tussen speler, ouders en trainer. Wanneer ouders niet meer aanwezig zijn bij trainingen en wedstrijden, vermindert dit de mogelijkheden om de ouders te beïnvloeden in hun gedrag. De aanwezigheid van ouders levert in sommige gevallen echter ook problemen op. Door ouders te betrekken bij het proces kunnen deze problemen geminimaliseerd én de ontwikkelkansen van spelers gemaximaliseerd worden.

Waarom uiten ouders niet-gewenst gedrag?

Voordat we naar oplossingen kunnen kijken moeten we eerst een onderliggende vraag beantwoorden. Waarom uiten ouders niet-gewenst gedrag? In mijn tijd als jeugdtrainer bij N.E.C. en bij FC Utrecht heb ik geleerd dat er 3 redenen zijn waar onrust door ontstaat rondom een team:

  1. Ouders hebben te weinig gelegenheid om vragen te stellen en problemen bespreekbaar te maken.
  2. Ouders zijn niet goed op de hoogte welk gedrag van hen verwacht wordt en wat effectief is.
  3. Ouders worden onvoldoende meegenomen in hoe en volgens welke beweegredenen er gewerkt wordt binnen de organisatie.

Op het moment dat één of meerdere van deze punten niet goed voor elkaar is binnen een organisatie, vergroot dit de kans tot niet-gewenst gedrag vanuit ouders.

Hoe kan je ouders betrekken?

Om bovenstaande punten te verbeteren, zie ik verschillende mogelijkheden.

10-minuten gesprekken

Op basis- en middelbare scholen worden ouders al jaren betrokken bij de ontwikkeling van hun kind. Vaak gebeurt dit in de vorm van 10-minuten gesprekken. Veel sportorganisaties en verenigingen bouwen al structureel gesprekken in om de ontwikkeling van de speler te bespreken. Vaak zijn ouders hierbij verplicht of facultatief aanwezig. Je zou er ook voor kunnen kiezen om, zoals op de basisschool, deze gesprekken zonder kinderen aan te gaan. Ouders kunnen dan zelf dingen vragen of bespreekbaar maken. Daarnaast is dit gesprek een ideaal moment om ouders mee te nemen in dat wat van hen verwacht wordt.

Medezeggenschapsraad

Om dicht bij het onderwijs te blijven. Op alle scholen in Nederland is het verplicht om een medezeggenschapsraad te hebben. Zo’n raad bestaat uit ouders en personeel. Op de middelbare school sluiten ook leerlingen aan in deze raad. De medezeggenschapsraad op de middelbare school bestaat dus uit de actoren uit het eerder benoemde Gouden Driehoek. Zij vertegenwoordigen hun eigen achterban. Het vergroot de betrokkenheid van de verschillende groepen, het biedt de mogelijkheid om dingen bespreekbaar te maken of in te brengen en brengt de groepen dichter bij elkaar. In sommige sportorganisaties wordt al gewerkt met ouderraden. In het bijzonder de combinatie van spelers, ouders en personeel zie ik als een waardevolle toevoeging met betrekking tot het ouderbeleid van een sportorganisatie.

Podcast

Pjotr van der Marel (tegenwoordig fulltime onderwijsman, maar vroeger o.a. werkzaam als coördinator onderbouw bij Sparta Rotterdam) vertelde mij over het uitbrengen van een weekbrief. Ook hier zit weer een link met het onderwijs. Kijkend naar de huidige tijdgeest zie ik naast de weekbrief nog een andere, mogelijk effectievere manier, om ouders te bereiken: een podcast. In de auto of op de fiets naar werk 10 minuten luisteren naar ontwikkelingen binnen de club. Denk goed na waarvoor je de podcast wilt inzetten, wat het moet opleveren en wie er geschikt is of zijn om het verhaal van de club over te brengen. Toevallig is Pjotr nu ook host van de KNVB podcast ‘De jeugd heeft de toekomst‘ waarin ook een aflevering over het thema ouders is opgenomen.

Open wedstrijdbesprekingen

Een paar maanden geleden was ik aanwezig bij voetbalvereniging vv DOVO. Jeugdtrainer Sander Keppel lichtte toe dat hij ouders meeneemt in hoe er gewerkt werd binnen zijn team door ze af en toe uit te nodigen bij de wedstrijdbesprekingen. Teambesprekingen gebeuren normaliter, voor ouders, achter gesloten deuren. Door ouders als toeschouwer te laten deelnemen geef je op een praktische manier inzicht in hoe er wordt gewerkt binnen de organisatie. Een andere optie is om na de bespreking met de spelers, een speciale bespreking voor de ouders te houden tijdens de warming-up.

Samen afspraken maken

Een effectieve manier om ouders deelgenoot te maken van de cultuur is om de regels en afspraken samen met de ouders op te stellen. Unanimiteit is hierbij het uitgangspunt. Het voorkomt in veel gevallen dat je als trainer, coördinator of bestuurder politieagent moet spelen. De ouders kunnen elkaar corrigeren op niet-gewenst gedrag. Als het gaat om hoe ouders hun kind kunnen helpen en begeleiden is er nog een andere mogelijkheid. Bij FC Utrecht koos ik ervoor om met de spelers te bespreken welk gedrag zij verwachten van hun ouders. Deze verwachtingen presenteerden de spelers vervolgens aan de ouders. Gevolg was dat een gesprek over gedrag van ouders altijd gevoerd kon worden vanuit de gedachte dat dit de wens was van het kind.

Vragenlijsten

Ten slotte wil ik kort stilstaan bij een initiatief vanuit NMC Bright. Bij FC Twente/Heracles, Regionaal Trainingscentrum Midden en West Brabant en Deltalent Topline is de afgelopen periode weer onderzoek gedaan naar het leerklimaat binnen deze organisaties. Met vragenlijsten werden spelers, ouders en staf bevraagd over allerlei aspecten van een lerende omgeving. Uit de resultaten konden sterktes en uitdagingen met betrekking tot het leerklimaat gehaald worden. Daarnaast gaf het de verschillende bevraagde groepen de mogelijkheid anoniem feedback te geven over het leerklimaat van de organisatie. Dit kan leiden tot een toename van betrokkenheid én biedt mogelijkheden om specifiek in te spelen op de behoefte vanuit van sporters, ouders of staf.

Conclusies

Concluderend wil ik benadrukken dat ik ouders zo veel als mogelijk zou betrekken bij het opleiden van het kind. Dit betekent niet dat ouders invloed krijgen op de inhoud van het opleidingsprogramma. Dit betekent wel dat ouders meegenomen worden in wat er gebeurt en ruimte krijgen om vragen te stellen en dingen bespreekbaar te maken. Des te beter de Gouden Driehoek op elkaar is afgestemd, des te beter kinderen zich kunnen ontwikkelen. Overkoepelend voel ik in het bijzonder wat voor het beleid van de tennisbond. Zij erkennen dat de ouders de belangrijkste rol hebben in de ontwikkeling van het kind, maar stellen eveneens dat ze geen rol hebben met betrekking tot de sport specifieke ontwikkeling. Ze moeten wel op een goede manier geïnformeerd worden over en betrokken bij de ontwikkeling van het kind. Laten we ouders vooral behandelen als serieus onderdeel van de ontwikkeling van sporters, zodat ouders uiteindelijk het gehele opleidingsproces versterken in plaats van frustreren!

Bronnen:

Smoll, Cumming & Smith (2011). Enhancing coach-parent relationships in youth sports: increasing harmony and minimizing hassle. International Journal of Sports Science & Coaching 6 (1), pp. 13-26.

Gould, D., Lauer, L., Rolo, C., Jannes, C., & Pennisi, N. (2006). Understanding the role parents play in tennis success: a national survey of junior tennis coaches. British journal of sports medicine40(7), 632-636.

Foto:

www.fred.slimmens.nl