NMC Bright onderzoekt trainersvergoedingen in het amateurvoetbal voor de derde keer

Nieuws door Harm Zeinstra

In de seizoenen 2015/’16 en 2021/’22 heeft NMC Bright in samenwerking met de KNVB een landelijk onderzoek gedaan naar vergoedingen in het amateurvoetbal. NMC Bright en de KNVB gaan dit onderzoek opnieuw uitvoeren in het huidige seizoen.

“Veel verenigingen kwamen destijds bij ons met de vraag of wij wisten hoe andere verenigingen omgingen met vergoedingen voor trainers en hoofden opleiding. Beloning en waardering van technisch kader is een onderwerp dat leeft bij de verenigingen”, constateert Harm Zeinstra van NMC Bright. “De afgelopen jaren is er een hoop veranderd. De coronapandemie is achter de rug, maar de inflatie is historisch hoog. Een zinvol moment om dit seizoen opnieuw het onderzoek naar trainersvergoedingen in het amateurvoetbal uit te voeren”.

Nieuwe doelgroepen

In vergelijking met het vorige onderzoek hebben we drie doelgroepen aan het onderzoek toegevoegd. Naast vergoedingen voor trainers en hoofden opleiding vragen we nu ook naar vergoedingen voor keeperstrainers, zaalvoetbaltrainers en verenigingsmanagers.

Resultaten 2021/’22

Om het geheugen of te frissen, volgen hieronder de belangrijkste resultaten uit het onderzoek van seizoen 2021/’22:

  • Verenigingen gaven aan meer uit te geven aan het technisch kader dan in 2015/’16;
  • Hoofden opleiding met een HO-diploma kregen meer vergoed dan HO’en met alleen een trainersdiploma;
  • Trainers van mannenteams verdienen gemiddeld 6x zoveel als trainers van vrouwenteams;
  • Jeugdtrainers in de bovenbouw verdienen structureel meer dan jeugdtrainers in de onderbouw;
  • Er zijn grote regionale verschillen in vergoedingen. In de regio Utrecht wordt de hoogste vergoeding betaald aan trainers.

Ben je nieuwsgierig naar het volledige onderzoek? Download dan hier het benchmarkrapport trainersvergoedingen in het amateurvoetbal 2021/’22.

Ontwikkelingen in het amateurlandschap

Ondertussen zijn we alweer twee jaar verder. In deze periode hebben er belangrijke veranderingen plaatsgevonden in het Nederlandse amateurlandschap. Het vrouwenvoetbal is nog verder aangetrokken, mede door structurele resultaten en aandacht van de Oranje Leeuwinnen en het ingezette KNVB beleid. Er zijn nieuwe competities bijgekomen voor de O18 en O16. Daarnaast zijn er misschien gevolgen te constateren van de COVID-19 pandemie, de energieprijzen en inflatie in Nederland. In hoeverre hebben clubs noodgedwongen de hand op de knip hebben moeten houden als het gaat om trainersvergoedingen? Kortom, genoeg reden om te kijken hoe we er nu landelijk voor staan.

Het onderzoek

Het onderzoek wordt uitgevoerd onder alle amateurverenigingen in Nederland. Secretarissen, penningmeesters, hoofden opleiding en verenigingsmanagers worden aangeschreven. Het onderzoek vindt plaats in de periode november en december 2023 via een online vragenlijst. Er worden vergoedingen opgevraagd van trainers bij standaardteams, keeperstrainers, hoofd(en) opleiding, zaalvoetbaltrainers en de verenigingsmanager. De bedragen die worden opgevraagd zijn bruto bedragen. Dit vertegenwoordigt de totale waarde van de vergoedingen van een kaderlid. Denk hierbij aan salaris, vrijwilligersvergoeding, onkostenvergoeding, reiskosten, tegoedbonnen, etc. Ook vragen we de vereniging of er meer of minder vergoedingen worden betaald aan het gehele technisch kader vergeleken met twee jaar geleden. Bij het vorige onderzoek was er een response van 320 verenigingen, 13,2% van het totaal aantal verenigingen in Nederland.

Klik hier om het onderzoek direct te starten.

Heb je vragen? Neem dan contact op met Harm Zeinstra.