Impactgestuurde clubondersteuning (H2)
Sportclubs zijn fantastisch: ze brengen mensen in beweging én verbinding. Daarom is het zonde dat we impact missen met de huidige clubondersteuning. In een compact vijfluik delen we hoe je meer doelgroepen bereikt door slimmer in te spelen op de uitdagingen van sportclubs. Wij noemen dit impactgestuurde clubondersteuning. Vorige week las je hoofdstuk 1. Vandaag hoofdstuk 2 van in totaal vijf hoofdstukken over onze visie op impactgestuurde clubondersteuning.
Hoofdstuk 2: Prioriteit geven aan clubs met extra maatschappelijk potentieel
Waarom de ene sportclub nog relevanter is dan de andere
Observatie: veel ondersteuning gaat naar de vitale clubs
Als jij als clubondersteuner komende maand één sportclub mag bezoeken, welke zou dat dan zijn? Een relevante vraag, waar we in de dagelijkse hectiek te weinig bij stil staan. Want vaak hanteren we in de clubondersteuning een piepsysteem: de clubs met een hulpvraag kunnen zich melden. Het woord ‘clubloket’ versterkt het idee dat het initiatief voor ondersteuning ligt bij de clubs. Hierdoor gaat onbewust veel ondersteuning naar clubs met voldoende organisatiekracht. Deze clubs hebben bijvoorbeeld de ruimte om workshops bij te wonen, om (veeleisende) subsidieregelingen aan te boren of om vrijwilligers te mobiliseren voor een begeleidingstraject. Daarnaast wordt er vaak ook bewust gefilterd op vitaliteit, door clubs alleen te ondersteunen als ze beschikken over voldoende draagkracht en borgingsvermogen.
”Juist op de locaties waar we extra impact willen, treffen we vaak de minder vitale club”
Knelpunt: we missen clubs met veel potentieel
Doordat we bewust of onbewust afgaan op vitaliteit, verliezen we onze maatschappelijke doelen en doelgroepen uit het oog. Het kan ons zelfs tegenwerken. Want juist op de locaties waar we extra impact willen, treffen we vaak de minder vitale clubs. De uitdagingen in de omgeving werken namelijk vaak door binnen de club. De clubs hebben bijvoorbeeld met meer gedragsproblematiek te dealen of ervaren minder draagkracht vanuit de achterban. Zo zit rijden naar een uitwedstrijd er niet in als je geen auto kunt betalen en is de drempel om teamleider te worden groter als je de taal niet goed beheerst. Ook hebben deze clubs vaak minder inkomsten, doordat ze de contributie laag willen houden en weinig tot geen sponsoren hebben. En dit zijn dus wel precies de clubs die we zoeken als we meer maatschappelijke impact willen!
”Impact begint niet met inzicht in de vitaliteit van clubs, maar met inzicht in onze maatschappelijke doelen”
Oplossingsrichting: op zoek naar de hotspots waar we onze doelgroep bereiken
Zoals gezegd in hoofdstuk 1: álle clubs verdienen clubondersteuning. Maar met welke clubs kunnen we extra impact maken? Dat begint niet met inzicht in de vitaliteit van clubs, maar met inzicht in onze maatschappelijke doelen. Voor welke sociale vraagstukken en doelgroepen willen we sport en sportclubs inzetten als maatschappelijk vehikel? Vanuit dit bredere perspectief (zie figuur 2.1) zijn clubs in deze gevallen bijvoorbeeld éxtra relevant:
- Ze bieden toegang tot een (kwetsbare) doelgroep die we willen bereiken.
- Ze liggen in een gebied met beweegachterstand.
- Ze liggen in een niet-beweegvriendelijke omgeving.
- Ze liggen in een gebied waar bevolkingsgroei wordt verwacht.
De vitaliteit van een club bepaalt dus niet de relevantie, maar wel de mate waarin deze relevantie wordt waargemaakt. En zo hebben minder vitale clubs op een relevante locatie vaak onbenut potentieel. We moeten dus kijken naar relevantie én vitaliteit, om te bepalen in welke club we het meeste investeren. Zie hiervoor figuur 2.2.
Zorg dat deze clubs de basisondersteuning weten te vinden, zoals workshops, sportcafés en bestuurdersplatforms.
Stimuleer dat deze clubs hun organisatiekracht inzetten voor maatschappelijke doelen.
Deze clubs verzilveren hun maatschappelijk potentieel; ondersteun ze om dit zo te houden en zet ze in als ambassadeurs richting andere clubs.
Dit zijn je focusclubs, met onbenut maatschappelijk potentieel; er is vaak intensieve ondersteuning nodig en het maatschappelijke rendement hiervan is groot.
Voor impactgestuurde clubondersteuning is het vinden van hotspots cruciaal: locaties waar we onze doelgroepen bereiken. Bij deze zoektocht zijn onderstaande drie aandachtspunten belangrijk.
1. Kijk breder dan de klassieke sportverenigingen
Misschien treffen we op een hotspot wel anders georganiseerde sport aan, met veel potentie voor de doelgroep. Zoals een zelfstandige hardlooptrainer met eigen loopgroepen, een goed georganiseerd vechtsportcentrum of een informele community met straatvoetbal. Een gemiste kans als je dit bestaande aanbod niet gebruikt om onze doelgroep te bereiken!
2. Een integrale benadering van sportparken
Op hotspots waar meerdere clubs bij elkaar zitten, is de gezamenlijke potentie groter dan ‘de som der clubs’. Als een sportpark bijvoorbeeld op een relevante locatie zit voor onze doelgroep, helpt het om met alle clubs samen te verkennen wat er georganiseerd kan worden.
3. Oog hebben voor zwarte gaten
Soms zijn er op hotspots helemaal geen sportaanbieders (meer) te vinden. Zo zijn er gemeentes waarin juist in de focuswijken de sportclubs kopje onder zijn gegaan. Deze locaties missen we als we ons beperken tot bestaande clubs. Impact kan ook zitten in het mobiliseren van nieuwe aanbieders en het creëren van nieuw aanbod.
Samenvattend kader
- Met onze clubondersteuning missen we vaak de minder vitale sportclubs.
- Vaak kunnen we juist met die clubs maatschappelijke impact maken.
- We moeten op zoek naar hotspots waar we onze doelgroep kunnen bereiken.
- Als we daar zwakke clubs aantreffen, zullen we die extra moeten ondersteunen.
- Voor extra impact moeten we ons ook openstellen voor anders georganiseerde sportaanbieders.
Casus: De meiden uit wijk Ringwade
In ieder hoofdstuk kijken we ter illustratie naar het fictieve Ringwade, een wijk met een lage sociaaleconomische positie. De gemeente investeert extra in de maatschappelijke kansen van bewoners in deze wijk en ziet sport hierbij als een belangrijk middel. Uit beweegonderzoek blijkt dat in Ringwade met name de meiden van 13-18 jaar nauwelijks sporten. Daarom worden deze meiden aangeduid als de belangrijkste doelgroep van de clubondersteuners.
De clubondersteuners vinden drie sportclubs binnen 10 minuten lopen van deze meiden: een voetbalclub, een basketbalclub en een vechtsportschool. Alle drie hebben ze ruimte om te groeien. De ondersteuners wachten niet af tot de clubs zich zelf melden en ze organiseren ook geen algemene brainstormavond over het sportaanbod in de wijk. In plaats daarvan stappen ze proactief en persoonlijk op deze drie clubs af. Het doel is om ze te enthousiasmeren om zich meer op de meiden te gaan richten. Samen met de clubs willen de ondersteuners verkennen wat de behoefte van de meiden is (hoofdstuk 3), hoe de clubs hier op in kunnen spelen en welke ondersteuning ze daarbij nodig hebben (hoofdstuk 4). Hoog tijd voor drie mooie werkbezoekjes!
In het volgende hoofdstuk lees je waarom we niet altijd moeten doen wat de clubs van ons vragen
Dit essay van NMC Bright is samen met Gersom Smit geschreven voor professionals die sportclubs ondersteunen en sportbeleid formuleren, bijvoorbeeld binnen een gemeente, regio of bond. Wil je ná dit vijfluik (gratis) het complete essay ontvangen + een uitnodiging voor ons inspiratie-event, laat het ons dan weten via een berichtje naar Jorrit Smit via onderstaande knop.